Fotografie
Toen ik een jaar of zes was kreeg ik een bakelieten camera. De eerste foto’s waren van de kinderen waarmee ik per tram in Antwerpen naar school reisde. Ze gingen voor een muur staan en ik maakte de foto. Ik kon niets instellen maar keek door een glazen kijkgaatje, controleerde of iedereen er op stond en drukte enthousiast af. Maanden later, toen het rolletje vol, de film ontwikkeld en afgedrukt was zag ik de kinderen bij de muur staan en was heel tevreden. De negatieven waren 6x9cm, de afdrukken vermoedelijk even groot. Een paar maanden later, winter, maakte ik vol spanning foto’s van de koolmees en de pimpelmees die aten van de broodkruimels op het grijze betonnen plaatsje achter het huis van mijn grootouders. Het vastleggen van de driftig pikkende wonderbeestjes door het glazen ruitje van de deur was spannend, ik had ze te pakken, het was me gelukt, ik had ze opgesloten in de foto. Weken later toen de afdrukken van de fotograaf terugkwamen bleek er van de nerveuze beestjes op de grijze beton alleen een paar niet te herkennen stippen overgebleven te zijn in de grauwe winterse zwart-witfoto. Fotograferen bleek toch een lastige zaak.
Mijn vader die dankzij een geërfde Leica omstreeks 1963 het fotograferen serieus aanpakte door in de kelder een donkere kamer te bouwen, die net groot genoeg bleek voor één volwassene en een jongetje van een jaar of 11, werd lid van de fotoclub Ikon. Iedere maand moest hij een foto inleveren, een royale vergroting van 30x40cm. De techniek waardoor zo’n foto ontstond vond ik geweldig. Achteraf blijk ik heel veel van het meekijken te hebben opgestoken. Tot mijn zestiende heb ik alles wat erbij kwam kijken in me opgezogen. Ontwikkelen van films, werken met lith film, solarisaties, doordrukken, tegenhouden, bleken, spoelen, drogen, glanzen, ik stond erbij en keek ernaar. En deed een beetje mee.
Pas toen ik een jaar of 25 was heb ik het regelmatig fotograferen en afdrukken weer opgepakt en daarna niet meer losgelaten. Gigantisch veel heb ik geleerd van het digitale fotograferen sinds 2003, het snel terugzien van een gemaakte foto hielp me bij het leerproces, maar een jaar of vijf geleden kocht ik ook nog een analoge grootformaat camera, zodat ik ook dingen met cyanotypie kon uitproberen dankzij de enorme negatieven.