De Toren van Babel die vorig jaar bij een tentoonstelling in het huis van Cahen op een prachtige plek mocht staan wordt ondersteund door vier papier mâché beentjes. Na verloop van tijd begonnen ze me te storen, in gedachten begon ik ze bij te werken. Daar komt bij dat ik me iets herinner uit mijn Bijbelsegeschiedenisles, van lang geleden. Het oude testament zit vol met indrukwekkende verhalen. Zo komt er de droom van koning Nebukadnesar in voor. Het gaat over een reus met een gouden hoofd, zilveren borst, bronzen heupen en daarna benen en voeten, half van klei, half van ijzer. De voeten blijken kwetsbaar, een steen zorgt ervoor dat de hele reus instort. Mijn toren van Babel heeft voeten die wel iets doen denken aan klei, papier mâché is ook plastisch als er water bij komt. Maar in mijn hoofd wil ik er al een jaar lang iets hards aan toevoegen, iets van ijzer. Ik ben de beentjes en voeten aan het bijwerken, voorlopig met pur en vier oude houten leesten die uit de schoenen van mijn grootvader komen. Ik ben er nog lang niet, het is altijd moeilijker dan ik denk. Wat niet zo gek is: jaren geleden prentte ik mezelf al in dat iets wat ik nog nooit gedaan heb twee keer zoveel tijd kost als ik denk. Ik hoop dat ik halverwege ben.