Ik begrijp nog bar weinig van dit systeem. Maar met een beetje mazzel verschijnt straks wat ik hier intik op de blogpagina. Voor de gelegenheid moet ik hier nu even wat onzin intikken, omdat ik pas kan zien hoe het eruit gaat zien als er meerdere regels tekst in staan. Nou kan ik natuurlijk wel flink gaan selecteren, kopiëren en plakken, maar dan is het lastig te zien waar de boel afgebroken wordt en wat er zichtbaar blijft. Daarom maar even iets over het uitzicht. Vlak boven het scherm van mijn monitor zie ik het laatste stuk van het dak dat hier in mijn uitzicht is verschenen in de loop van de afgelopen winter. Omdat ik een winterboek schrijf, tussen 21 december en het begin van de lente, weet ik precies wanneer dit dak verschenen is. Het was wonderlijk om te zien hoe lang de voorbereidingen van het stuk bouwterrein duurden. God mag weten wat er dan allemaal gegraven, verwijderd en gebetonneerd is, maar voor mij gevoel duurde het minstens zo lang als het oprichten van de huizen zelf. En ja, dat is natuurlijk een naïeve voorstelling van zaken, maar voor mij zijn de muren en het dak uiteindelijk het huis. Of misschien toont zich dan het huis. Het neerzetten van die muren, vooral de bovenste verdieping ging met een noodvaart. Daarna werden de complete dakkanten er als gestoffeerde panelen, inclusief isolatie, waterdichte folie en panlatten in een keer opgetakeld met een enorme kraan. Dus ergens in de loop van januari stonden er huizen en daken. Toen moest er natuurlijk nog een roodbakstenen muur tegenaan gemetseld, en kwamen er keurige donkere pannen op het dak. Maar dat maakte het ‘huis’ plaatje niet veel anders meer. Er is een hele rij huizen verschenen in mijn uitzicht. Ik ben blij dat ik er ooit foto’s van heb gemaakt toen het nog een organische wildernis was, ooit ontstaan en gebleven, lang voor ik er in 1997 kwam wonen.